Tolken willen erkenning en geld

Nieuwsbericht in de NRC van 13 januari 2020
door: Sara Bouter en Laura Boog Posada

Klik hier voor de link naar het artikel

Protesten bij de rechtbank in Amsterdam. „Niemand ziet hoe belangrijk het tolkenwerk is, omdat we altijd op de achtergrond opereren.” Foto Simon Lenskens

Protest tolken. De overheid wil tolkwerkzaamheden openstellen voor een lager taalniveau en commerciële bureaus. Tolken protesteren.

Een beetje onwennig staan ze voor de Amsterdamse rechtbank, de protesterende tolken en vertalers. Aarzelend verheffen ze hun stem: „Tolken zwijgen in alle talen, vandaag komen wij ons recht halen.”

Ze zijn het niet gewend hun stemmen te verheffen, zegt Danka Fogl, tolk en vertaler Servisch, Kroatisch, Bosnisch en Montenegrijns. „In de rechtbank fluisteren we altijd.”

Deze week protesteren gerechtstolken en vertalers, elke dag voor een andere rechtbank. Zo’n vijftienhonderd tolken nemen deze week geen opdrachten aan uit de publieke sector. Aanleiding zijn de plannen van minister Ferdinand Grapperhaus (Justitie en Veiligheid, CDA) om het register voor beëdigde tolken en vertalers open te stellen voor mensen met lagere kwalificaties en een lager taalniveau. Ook moeten de tolkwerkzaamheden voortaan openbaar worden aanbesteed, via commerciële bureaus, in plaats van dat het ministerie ze zelf inhuurt.

De tolken noemen de plannen een uitholling van het beroep. „Om tolk te zijn, moet je meer kunnen dan alleen de taal”, zegt Jelle Nieuwland, tolk Duits. Volgens hem zijn bijvoorbeeld ook vaardigheden als simultaan vertalen, kennis van gerechtelijke procedures en achtergrondkennis over de taal en cultuur van belang.

Overheidsinstanties als het Openbaar Ministerie en rechtbanken maken nu nog gebruik van het tolkenregister. Om in dit register te mogen staan moeten tolken een C1-taalniveau hebben, beëdigd zijn door de rechtbank en zich regelmatig laten bijscholen. Alleen als geen tolken uit het register beschikbaar zijn, mogen overheidsinstanties gebruikmaken van tolken met een lagere kwalificatie.

„Zonder de specialisatie tot gerechtstolk is het onmogelijk om de nodige kwaliteit te leveren”, zegt Heleen Sittig, tolk Spaans en woordvoerder van de actiegroep. „We zijn vakspecialisten. We hebben hart voor de publieke sector. Het gaat ons niet om het geld, we willen erkenning.”

Het ministerie van Justitie en Veiligheid is met afstand de grootste afnemer van tolk-en vertaaldiensten in Nederland, dankzij instellingen die onder het departement vallen als rechtbanken, het OM, de IND en het COA. Volgens het ministerie is er een tekort aan beëdigde tolken en moet de groep worden uitgebreid. Maar tolken spreken dit tegen. „Er is geen structureel tekort. De tarieven zijn simpelweg te laag waardoor het voor tolken onhoudbaar is om werk in de publieke sector te doen”, zegt Candida Antonio, tolk Papiamento, Engels en Spaans. „Voor een opdracht moet je een dagdeel of soms zelfs de hele dag vrijhouden, maar als de verdachte niet komt opdagen of het is een korte zitting, dan krijg je voor een half uur uitbetaald. Intussen heb je andere opdrachten afgewezen.”

Tolkenwerk op de achtergrond

Het aanbesteden bij commerciële bureaus is volgens tolken geen oplossing. „Het ministerie creëert daarmee een extra laag tussen overheid en tolk”, zegt Aristides Stamatiou, tolk Duits, Frans en Engels. „Die bureaus rekenen commissies en vragen hoge prijzen, terwijl de tolk slechts een klein deel van het bedrag krijgt. Uiteindelijk is de overheid dus meer geld kwijt, zonder dat de tolken daar iets van terugzien.”

Niemand ziet hoe belangrijk het tolkenwerk is, zegt Stamatiou, „omdat we altijd op de achtergrond opereren. Denk aan de Passage-processen en de zaken rond de mocromaffia: wij doen de verhoren en het vertalen van de telefoontaps. Zonder tolken zijn de grote zaken waar het OM zo trots op is, niet mogelijk.” Het recht op een tolk is wettelijk vastgelegd, zegt Fogl. „Je kunt iemand niet zomaar vastzetten zonder dat hij of zij je kan verstaan.”

Het Duitse systeem

De tolken dragen het Duitse systeem aan als oplossing, waarbij de overheid zelf de financiering van de tolken in de hand houdt en het uurtarief rond de 70 euro ligt. Het huidige uurtarief in Nederland voor tolken bij overheidsdiensten ligt tussen de 40 en 50 euro.

Volgens woordvoerder Ani Getcheva, tolk Bulgaars, zullen tolken zich onder de nieuwe regels langzamerhand terugtrekken uit de publieke sector en komt de kwaliteit van vertaalwerk in het geding. „We zijn bijvoorbeeld ook betrokken bij antiterreuronderzoeken. Als de kwaliteit omlaag gaat, dan komt de veiligheid van de samenleving in het geding.”

De tolken voeren nog de hele week actie bij gerechtsgebouwen. Getcheva: „We zijn gefrustreerd omdat het ministerie niet met ons in gesprek gaat en slechts mondjesmaat communiceert. We hopen dat ze zich door deze actie realiseren wat voor belangrijke rol wij hebben.”

Een woordvoerder van het ministerie laat weten er alles aan te doen „de kwaliteit op het hoogst mogelijke niveau te waarborgen” en zegt het contact met de tolken „goed en constructief” te willen voortzetten.